Onbegrepen
Als kind snapte niemand mijn
Dat deed me erg veel pijn
Ik was lastig in de klas
Niemand wist wie ik eigenlijk was
De enekeer een grote bek
De andere keer verlegen
Iedereen dacht die is het naar het hoofd gestegen.
Ik werd steeds gedisst
Er werd steeds over me heen gepisst
Ik was toch maar gestoord
Iedereen had het al gehoord
Ik had geen vrienden
Ik dacht dat ik het leven niet verdiende
Wilde er een eind aan maken
Tot mijn moeder tegen mij zei je mag niet verzaken
Mijn hart werdt toen ineens warm
Ze zei er komen voor jou mooie tijden
Gelukkig kan ik nu schrijven om mijn pijn te verkleinen
Mijn vader begreep me nooit
ik was laks en vond het maar een klerezooi
Maar nu zijn we gappies en verdient hij een plek in mijn hart net als mijn matties. het is nooit te laat.
Ik laat me'n tranen nu maar lopen.
Gelukkig heb ik ook mooie tijden gehad, en daar blijf ik nu ook op hopen.
Mijn verleden zit me soms nog in de weg, dat is wel een pech.
Ik weet dat het deel van me is en dat ik het stuk je bij beetje verwerk.
Daarvan wordt ik sterk. Ik probeer het een plek te geven, en het soms ook te vergeten voor heel even.
Gelukkig heb ik ook stabiele factoren in mijn leven
Mijn moeder, oma, vader en mijn matties hebben me kracht gegeven.
Zij laten me beseffen dat ik leef.
Dat ik niet ergens doelloos zweef.